Wij hebben gekozen voor het volgende pedagogisch vraagstuk: Hoe kunnen werkende ouders optimaal contact houden met hun kinderen? We hebben voor dit pedagogisch vraagstuk gekozen, omdat dit een recent maatschappelijke situatie is. De samenleving gaat steeds meer participeren, de premies gaan omhoog, producten worden duurder, maar de lonen blijven gelijk. Het gevolg hiervan is dat mensen steeds meer moeten gaan werken, omdat er steeds meer geld nodig is. Vroeger werkten voornamelijk mannen fulltime en vrouwen, waar kon, parttime. Nu alle kosten omhoog gaan en de lonen gelijk blijven, ontstaat er in een gezin financiële druk. Dit maakt dat er twee personen kostwinnaar moeten zijn en dat één persoon in een huishouden niet meer alleen de inkomsten kan opbrengen. Ook wordt de samenleving meer carrière gericht en wordt er geacht dat zowel man als vrouw onafhankelijk is van het inkomen van de partner. 

 

 Voorbeeld casus Bart:

"Het kinderdagverblijf merkte al snel op dat Bart veel huilde en van sommige leidsters kreeg hij dan ook de stempel ‘huilbaby’. Ook als dreumes was Bart snel jengelig en compleet overstuur wanneer zijn vader hem achterliet op het kinderdagverblijf. Alleen de vaste begeleidster, Emma, die Bart vier dagen in week zag, kon hem troosten. Als Emma er niet was bleef hij tot halverwege de ochtend van slag. Wanneer vader Kees, Bart aan het eind van de dag na zijn werk kwam halen, leek het wel of Bart zijn vader helemaal niet opmerkte."

 

 

 

Conclusie

In de communicatie met een volwassenen en het kind heeft het kind vaak het gevoel dat een volwassenen niet met een geïnteresseerde intentie aan het communiceren is. De gespreken gaan in de meeste gevallen over school, pesten en het huiswerk wat nog gemaakt moet worden. Echter wil het kind graag andere gespreksonderwerpen. Voor een goede communicatie is het van belang om u aan te passen aan de belevingswereld van het kind, om vervolgens in het gesprek dit te ondersteunen met non-verbale communicatie.

Een kind heeft op vele plaatsen communicatie, zo ook bij de buitenschoolse opvang. De buitenschoolse opvang vangt kinderen op waarvan de ouders op dat moment aan het werk zijn. Kinderen die op de hier verblijven, hebben een grotere kans op impulsiviteit en risicovol gedrag. Daarnaast staat wel dat de buitenschoolse opvang een positief effect heeft op de cognitieve- en sociaalemotionele ontwikkeling van het kind. Bij deze ontwikkeling is het wel de vraag of het kind deze stimulatie krijgt en wat hij ermee gaat doen. Daarbij moet het kind ook positief benaderd en gestimuleerd worden.

Een negatief aspect op werkende ouders kan zijn dat het kind het lastig vindt om zich te binden. Ook kunnen onregelmatige werktijden zorgen voor gedragsproblematiek en een verlaagde schoolprestatie.
Een positiefaspect kan zijn dat kinderen meer verantwoordelijkheden nakomen. Ook wordt de buitenwereld als minder angstaanjagend ondervonden.

 

Kortom: werkende ouders hebben zeker invloed op het kind. Hierbij hangt wel samen dat de omgang met het kind afhankelijk is voor een positief of negatief effect. Zolang er duidelijkheid is, goede communicatie en een positieve benadering hoeft dit geen probleem te zijn voor het kind.